Twink bekent en bidt met heilige kralen en monsterlul

In de heiligheid van een plaats van aanbidding, wordt een jonge, vrome twink overweldigd door vleselijke verlangens. Hij zoekt verlossing, knielend voor een in zijn witte kooi gehuld altaar, vurig biddend met zijn kralen. Zijn vurigheid wordt onderbroken door een krachtige, ebbenhouten schacht die voor hem materialiseert. Overweldigd worden door de aanblik, bezwijkt hij voor zijn oerdrang, het massieve lid in zijn mond nemend. De smaak en het gevoel ervan ontsteken een vurige passie in hem, zijn lust voedend. De heilige ruimte transformeert in een rijk van ongebreideld verlangen dat hij bereid is zich over te geven aan zijn genot, vervangen door het dierlijke ritme, het ritme van hun samentrekken, hun rauwelijkheid van genot, hun rimpeling, hun stimulatie, hun lomheid, hun verlangen naar een verboden reis, waar hun verlangen wordt beproefd, hun verlangen wordt beperkt tot de diepten van hun vleselijke lust.